Zes maanden lang durfde Selma (32) niet ‘tot morgen’ te zeggen als ze haar kindjes naar bed bracht. Ze heeft een herseninfarct gehad en was bang dat er misschien geen ‘morgen’ meer zou zijn.
11 september 2012 is voor Selma een doodnormale dinsdag: dochters van 7 en 4 naar opa en oma brengen, werken, bij opa en oma mee-eten, een stukje hardlopen en om 22.30 naar bed.
Om half drie wordt ze wakker omdat ze moet plassen. ‘Ik wilde overeind komen en dacht, wat heb ik toch? Ik kon mijn linkerarm niet bewegen en mijn linkerhand was helemaal verkrampt. Ik maakte mijn man wakker en hoorde mijzelf met een dubbele tong praten. Toen ik uit bed wilde stappen, zakte ik door mijn benen. Ik dacht: dit is echt niet goed.’
Selma en haar man blijven rustig. ‘Het is vreemd, maar in zo’n situatie geeft je lichaam kennelijk een signaal af: eerst handelen, niet in paniek raken.’
Na onderzoeken in het ziekenhuis in Assen waar ze met de ambulance naartoe is gebracht, krijgt ze de diagnose: een herseninfarct. ‘Ik vond het zo onwerkelijk. Ik ben 32, dan sta je er toch niet bij stil dat je zoiets kan overkomen?’
De arts vertelt Selma dat er een grote kans is dat haar uitgevallen lichaamsfuncties zich zullen herstellen, maar in hoeverre is onzeker. In het ziekenhuis komt er een oerkracht in haar naar boven. ‘Ik dacht; ‘het leven is toch veel te mooi om mijn hoofd te laten hangen.’ In het ziekenhuis begint Selma met revalideren. Ze krijgt fysio- en ergotherapie en logopedie.
Bij haar thuiskomst na negen dagen voelt ze een enorme blijdschap, maar daarna komt het allemaal heel hard binnen. ‘In het ziekenhuis is alles binnen handbereik, thuis moet je het allemaal zelf weer doen. Maar dat was een goede therapie, voor mijn kinderen zorgen, kleding klaar leggen etc.’ Intensieve weken volgen van drie keer per week therapie in het ziekenhuis en drie keer per dag zelf thuis oefenen. Langzaam maar zeker leert Selma weer lopen en haar hand gebruiken. Het herstel gaat langzaam, maar langzaamaan begint Selma te merken dat ze alweer veel kan. Aan de buitenkant zie je niet dat ze een beroerte gehad heeft.
Selma wordt thuis bezocht door CVA-nazorgverpleegkundige Joséba Meertens. Samen kijken ze naar medicatie, de veranderingen in het dagelijks leven en Joséba geeft voorlichting en tips. Selma heeft ook veel aan de gesprekken met de maatschappelijk werkster van het ziekenhuis, want de angst dat het weer zou gebeuren is aanwezig. Het vertrouwen moet weer terugkomen. ‘Daarom was ik ook zo blij dat ik weer ‘tot morgen’ tegen mijn kinderen zei. Het vertrouwen in mijn lichaam en het leven komt toch langzaam terug.‘
Inmiddels is Selma ruim drie jaar verder.
‘Mijn leven is veranderd, het zal nooit meer hetzelfde zijn. Elke dag word ik herinnerd aan die ene nacht.’
‘Maar gelukkig heb ik de kans gekregen om zoveel mogelijk uit mijn herstel te halen.
Ik heb mijn leven weer kunnen oppakken. In de eerste plaats kan ik weer moeder zijn voor mijn kinderen. Ik heb mijn werk weer volledig kunnen oppakken. Ik probeer één of twee keer per week te sporten, dat heeft mijn lichaam nodig om goed te functioneren. Verder ben ik actief op de school van mijn kinderen. Het lukt allemaal prima, met een verminderde motoriek in mijn linkerhand. Ik geniet intens van mijn leven, ben lekker actief en besef heel goed dat mijn leven niet vanzelfsprekend is.’
Om privacyredenen is gekozen voor een fictieve naam.
Een vraag voor de CVA-nazorgverpleegkundigen?
Een vraag voor CVA-vereniging ‘Hersenletsel.nl’?
Je vindt op deze website alles wat je kan helpen om op jouw manier te leven met hersenletsel. Van app tot advies, van boek tot behandeling, van welzijn tot wonen, van zorg tot zingeving. meer...