- Stroke Service Assen - https://www.strokeserviceassen.nl -

“Ze kwamen me met de ambulance halen”

Zonder dat ze het zelf in de gaten had, werd mevrouw Postma uit Assen (80) in oktober 2008 getroffen door een herseninfarct. De eerste 24 uur erna deed zij alles wat zij gewoon was te doen en reed zij zelfs nog auto, al deden haar vingers naar eigen zeggen ‘raar’. Pas toen haar schoonzus erop aandrong naar de Huisartsenpost te bellen, bleek wat er aan de hand was.

mw. Postma [1]

Mevrouw Postma

Mevrouw Postma komt zelf helemaal naar beneden om ons in de hal van de flat de parkeerkaart te overhandigen. “Kleine stukjes kan ik wel zelf lopen,” vertelt ze als we eenmaal in de lift naar haar appartement staan, “maar als ik bijvoorbeeld boodschappen ga doen neem ik de rollator mee, of ik gebruik een stok. Vóór het herseninfarct had ik deze hulpmiddelen niet nodig. Ik ben tot op hoge leeftijd volstrekt gezond en vitaal gebleven. Helaas veranderde dat op 4 oktober 2008.”

Ongerust

Die ochtend merkte mevrouw Postma dat ze haar handen niet goed kon gebruiken. “Ik zat te klungelen met de speldjes in mijn haar”, herinnert ze zich. “Mijn vingers deden raar, maar ik heb er verder geen aandacht aan besteed. De volgende ochtend ben ik nog met de auto naar Vries gereden vanuit Assen. ’s Middags merkte ik echter dat ik geen pen kon vasthouden. Mijn schoonzusje, die ik dat telefonisch vertelde, was ongerust en zei dat ik de Huisartsenpost moest bellen. Daarna ging het ineens snel. Ze kwamen me met de ambulance halen, en in het WZA werd al op me gewacht. Maar ik wist nog steeds niet wat er met me aan de hand was.”

Klap

Na enkele dagen op de Stroke Unit doorgebracht te hebben, bleef mevrouw nog tweeënhalve week op een gewone verpleegafdeling in het WZA. Pas toen bleek dat ze toch een behoorlijk klap had opgelopen door het infarct. “Ik kreeg een raar zicht, had moeite met spreken. Ik kon niet meer op bepaalde woorden komen en sprak halve zinnen. Dat heb ik trouwens nog steeds als ik moe ben.” Na de periode in het ziekenhuis volgden nog acht weken in verpleeghuis Anholt, waar haar zoons ervoor zorgden dat haar kamer werd aangekleed met spullen van thuis en haar schoondochter uit Leidschendam haar elke week trouw kwam bezoeken. Mevrouw Postma: “Ik ben ontzettend goed verzorgd door mijn familie en kinderen, en heb heel veel kaarten gekregen. Dat trekt je er doorheen.”

Op de rails

Inmiddels heeft mevrouw Postma haar leven weer aardig op de rails. Met enige hulp woont ze nog steeds zelfstandig. “De was en het strijkwerk doe ik zelf maar mijn avondeten laat ik door een cateraar brengen”, zegt ze. “Dat scheelt mij boodschappen doen, koken én de afwas.” Tweemaal in de week wordt ze naar fysiotherapie gebracht en gehaald door de vrijwilligershulpdienst van de Kloosterhof. Terugkijkend zegt ze nuchter: “Bij medepatiënten in Anholt heb ik gezien dat het ook veel erger had kunnen aflopen. Ik ben er genadig vanaf gekomen.”